In de aanloop naar het referendum over het Britse lidmaatschap van de Europese Unie worden vrijwel dagelijks nieuwe peilingen gehouden. Die blijken extreem bevooroordeeld, zo ontdekte een Zwitserse econoom.
Het referendum over het Britse lidmaatschap van de Europese Unie van 23 juni wordt wereldwijd op de voet gevolgd door beleidsmakers, economen en beleggers.
Hoe een ‘Brexit’ zou uitpakken voor de Britse economie, het Britse pond en de overblijvende EU-landen weet niemand precies. Maar dat er serieuze consequenties zijn, wordt door weinigen betwijfeld.
Voorsprong blijven-kamp
In opiniepeilingen heeft het ‘blijven’-kamp over het algemeen een lichte voorsprong, van iets meer dan 40 procent van de stemmen, tegen iets minder dan 40 procent voor de Brexit-aanhangers. Maar wat zeggen die peilingen precies?
Hoofdeconoom Stefan Gerlach van de Zwitserse Bank BSI onderwierp 201 peilingen aan een grondige statistische analyse en komt tot een opvallende conclusie: de peilingen zijn allesbehalve neutraal, concludeert de econoom vrijdag op de site Vox.
Gerlach onderzocht of er een verband is tussen de instantie die de peiling uitvoert en de uitslagen. Normaal gesproken moet dat er niet zijn bij een 'objectieve' peiling. Uit de statistische analyse blijkt echter dat er zeer sterke verbanden zijn tussen wie de peiling uitvoert en de uitslag.
Peilingen niet neutraal
De data van 2016 van peilingen die zijn uitgevoerd door in totaal 15 instituten laten het volgende zien. Bij de respondenten die vóór het Britse EU-lidmaatschap zijn, is liefst 86 procent van de variatie in de uitslagen van peilingen terug te voeren op de instantie die de peiling heeft uitgevoerd.
In het geval van de pro-Brexit respondenten is 54 procent van de variatie tussen peilingen terug te voeren op wie de peiling heeft gedaan.
Als je kijkt naar het saldo van 'blijven' versus 'vertrekken' in de peilingen, dan is ruim de helft van de variatie in de uitslagen terug te voeren op de instantie die de peiling heeft uitgevoerd.
Econoom Gerlach stelt dat er geen duidelijke reden is waarom organisaties die een peiling uitvoeren, zo veel invloed hebben op de uitslag. Een mogelijke factor die meespeelt, is dat er bij telefonische peilingen vaker een hogere steun uitkomt voor het 'blijven'-kamp vergeleken met peilingen die via internet worden uitgevoerd.
Maar de hoofdconclusie van Gerlach is overduidelijk: de peilingen zijn sterk bevooroordeeld en bovendien er is nog een grote groep kiezers die nog geen beslissing heeft genomen. Die laatste groep zal uiteindelijk grote invloed hebben op de uitslag van het Britse EU-referendum.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl